Op een zonnige dag, lang geleden, kwam een groot Fenicisch koopvaardijschip aan bij de monding van de rivier de Belus aan de kust van de Middellandse Zee. Het schip was beladen met een grote hoeveelheid natuurlijke sodakristallen. De bemanning twijfelde aan de regelmaat van de eb en vloed van de zee hier. Het schip liep aan de grond bij een prachtige zandbank niet ver van de monding van de rivier.
De Feniciërs die vastzaten op de boot sprongen simpelweg van een grote boot en renden naar deze prachtige zandbank. De zandbank ligt vol zacht en fijn zand, maar er zijn geen rotsen die de pot kunnen dragen. Iemand herinnerde zich plotseling de natuurlijke kristalsoda op de boot, dus iedereen werkte samen, verplaatste tientallen stukken om de pot te bouwen en zette vervolgens brandhout klaar om te branden. Ze stonden op. De maaltijd was snel klaar. Toen ze de borden inpakten en zich klaarmaakten om terug te gaan naar de boot, ontdekten ze plotseling een wonderlijk fenomeen: ik zag iets glinsteren en schitteren op het zand onder de pot, wat heel schattig was. Niemand wist dit. Wat is het, ik dacht dat ik een schat had gevonden, dus ik stopte het weg. Sterker nog, toen het vuur kookte, reageerde het sodablok dat de pot ondersteunde chemisch met het kwartszand op de grond bij hoge temperatuur, waardoor glas ontstond.
Nadat de wijze Feniciërs dit geheim bij toeval ontdekten, leerden ze al snel hoe ze het konden maken. Eerst roerden ze kwartszand en natuurlijke soda door elkaar, smolten dit vervolgens in een speciale oven en maakten er vervolgens grote glazen kralen van. Deze prachtige kralen waren al snel populair bij buitenlanders, en sommige rijke mensen ruilden ze zelfs voor goud en sieraden, waarmee de Feniciërs een fortuin verdienden.
De Mesopotamiërs produceerden al in 2000 v.Chr. eenvoudig glaswerk, en echt glaswerk verscheen in Egypte in 1500 v.Chr. Vanaf de 9e eeuw v.Chr. bloeit de glasproductie met de dag. Vóór de 6e eeuw n.Chr. waren er glasfabrieken op Rhodos en Cyprus. De stad Alexandrië, gesticht in 332 v.Chr., was in die tijd een belangrijke stad voor de glasproductie.
Vanaf de 7e eeuw na Christus floreerden ook sommige Arabische landen zoals Mesopotamië, Perzië, Egypte en Syrië in de glasindustrie. Ze konden helder glas of glas-in-lood gebruiken om moskeelampen te maken.
In Europa kwam de glasproductie relatief laat op gang. Vóór ongeveer de 18e eeuw kochten Europeanen hoogwaardig glaswerk uit Venetië. Deze situatie verbeterde toen de 18e-eeuwse European Ravenscroft een transparant glas uitvond. Het aluminiumglas veranderde geleidelijk en de glasindustrie bloeide in Europa.

Plaatsingstijd: 1 april 2023